Gedragsverandering heeft te maken met macht, normen en kennis en komt tot stand op basis van 3 processen:
- inwilliging= iemand verandert omdat er straf of beloning aan bepaald gedrag verbonden is, extern aangestuurde gedragsverandering - identificatie= gedragsverandering omdat iemand zich vereenzelvigt met een ander en diens gedrag/opvattingen overneemt - internalisatie= gedrag verandert omdat de betrokken persoon bepaalde motieven of drijfveren in zijn psyche heeft opgenomen, interne aansturing