Gedragsstoornis bij dementie?

Rusteloosheid en dwalen: Iemand met dementie kan rusteloos zijn en steeds iets willen doen. Loopt steeds met spullen te sjouwen Hij trommelt met de vingers, schuifelt met de voeten, schuift laden open en dicht.
Verzamelwoede: Soms wordt alles wat los en vast zit verzameld.
Verstoord dag- en nachtritme: De onrust kan ook 's nachts optreden. Er is dan sprake van een omgekeerd dag - nachtritme.
Achterdocht: De dementerende kan andere mensen  verdenken van diefstal. omdat hij steeds alles kwijt is. Of denken dat de omgeving samenspant omdat hij niet goed onthoudt of begrijpt wat er besproken wordt.
Decorumverlies: Bij iemand met dementie kan het besef van fatsoen wegvallen. Hij weet niet meer hoe het hoort.