Gedragsonderzoek konijn

    1. je observeert wat het koning allemaal doet
    2. Je maakt een lijst van de handelingen die je ziet. Bij elke handeling zet je een omschrijving en je bedenkt een afkorting voor elke handeling. Het resultaat is een ethogram.
    3. a. Vervolgens onderzoek je bijvoorbeeld hoe vaak het konijn een handeling doet in een bepaalde tijd. Dat gedrag kun je turven. Het resultaat noem je een protocol. b. Je kunt ook onderzoeken welke handelingen het konijn achtereenvolgens uitvoert. Je maakt dan ook een protocol. Als je afkortingen uit het ethogram gebruikt, kun je de waarnemingen snel noteren. c. Je kunt de twee manier van protocollen ook combineren. Je kunt dan zien hoe vaak een handeling voorkomt en in welke volgorde de handelingen uitgevoerd worden en hoelang elke handeling duurt.
    4. Tot slot geef je de resultaten overzichtelijk weer in een diagram. 

    Rapporteer Plaats commentaar