Gedragsmatige reacties op vermoeidheid, symptoomperceptie en cognities kunnen cliënten op verschillende manieren in een negatieve spiraal doen belanden, waardoor de last van vermoeidheid toeneemt.

Leg uit:

    • acute vermoeidheid is een signaal om rust te nemen en activiteiten te vermijden
    • bij chronische vermoeidheid is rusten echter niet afdoende
    • maar omdat rusten nu eenmaal de geijkte maatregel is bij vermoeidheid, zijn de meeste patiënten geneigd nog meer te rusten, mede op aandringen van de omgeving
    • teveel rusten leidt tot immobiliteit en een verslechterende fysieke conditie
    • wanneer dan toch activiteiten worden ondernomen, slaat de vermoeidheid nog sneller toe, hetgeen leidt tot nog grotere immobiliteit
    • anderzijds zijn er cliënten die periodes van immobiliteit afwisselen met activiteitsuitbarstingen op het moment dat ze zich weinig vermoeid voelen, om de verloren tijd in te halen
    • daarbij putten ze zich uit en er volgt weer een periode van totale immobiliteit
    • een dergelijke vicieuze cirkel kan leiden tot hulpeloosheid en depressiviteit, vooral bij cliënten die sterk hechten aan het leveren van prestaties of zich niet neerleggen bij hun fysieke grenzen, die door de ziekte sneller bereikt zijn
    • hulpeloosheid en depressiviteit doen de motivatie tot activiteiten afnemen, het leven wordt saai en de verveling slaat toe
    • in omstandigheden van weinig uitwendige stimulatie verschuift de aandacht naar interne symptomen
    • toegenomen immobiliteit en gebrek aan motivatie om activiteiten te ondernemen, verminderen de hoeveelheid externe stimuli waaraan cliënten worden blootgesteld
    • de aandacht verschuift zo naar inwendige stimuli, waardoor vermoeidheidsgevoelens nog sterker worden opgemerkt
    • de behandeling moet erop gericht zijn een dergelijke vicieuze cirkel te doorbreken

    Rapporteer Plaats commentaar