Gedragsmatige onafhankelijkheid wordt meestal onderzocht door jongeren en hun ouders te vragen naar de wijze waarop in het gezin beslissingen worden genomen over kwesties zoals het uitgeven van zakgeld, het kiezen van kleren, ent tot hoe laat de adolescent mag uitgaan.
unilaterale ouderlijke beslissing - alleen de ouders beslissen
gezamenlijke beslissing - valt na gezamenlijk overleg tussen ouders en adolescenten
unilaterale beslissing door de adolescent - adolescenten beslissen alleen
Wat toonde dit onderzoek?

    • onderzoek toonde opnieuw belangrijke leeftijdsverschillen, die toenemende gedragsmatige onafhankelijkheid bij jongeren suggereren
      • als adolescenten ouder worden, hechten ze meer belang aan onafhankelijkheid over persoonlijke zaken, zoals het eigen uiterlijk, hoe de eigen kamer eruitziet, persoonlijk tijdsgebruik, of wie de vrienden zijn
      • over morele of conventionele zakken, bijv. goede manieren, normoverschrijdend gedrag, of zaken die te maken hebben met veiligheid en gezondheid, bijv. gebruik van drugs, blijft de mening van de ouders belangrijk
    • anders dan bij emotionele onafhankelijkheid lijken jongens en meisjes op vrijwel dezelfde leeftijd en in hetzelfde tempo meer gedragsmatig onafhankelijk te worden
    • toenames in gedragsmatige onafhankelijkheid van jongeren volgen, in tegenstelling tot de ontwikkeling van emotionele onafhankelijkheid, en constanter patroon of zelfs sterkere toenames na vijftien jaar dan ervoor
    • jongeren ontwikkelen eerst en stuk emotionele onafhankelijkheid en pas daarna ook gedragsmatige onafhankelijkheid = jongeren zullen onder normale omstandigheden pas meer zelfstandig beslissen als ze daar emotioneel ook klaar voor zijn, bijv. zonder zich schuldig te voelen over het feit dat ze hun ouders niet raadplegen

    Rapporteer Plaats commentaar