Gedragsgenetica - onderzoeksgebied dat onderzoekt hoe het genoom en het milieu interageren om een bepaald kenmerk te produceren (vaak bij dieren).

Dieronderzoek - uit proeven van TYRON en COOPER & ZUBEK (ratten in 'normale' omgeving en in verarmde omgeving) blijkt dat milieu en erfelijkheid interageren in het tot uiting brengen van gedrag: enkel als de omgeving voldoende rijk is, kan een genetisch verschil in intelligentie tot uiting komen.

Ander onderzoek heeft aangetoond dat hersenschors van ratten in verarmde omgeving dunner is dan van ratten die in een verrijkte omgeving opgroeien --> meer synaptische verbindingen.

Biotechnologie - het identificeren van genen en het nagaan van hun functies door genen uit te schakelen en de effecten hiervan te bestuderen (knock-out experimenten) of door genen in andere organismen in te platen en opnieuw te kijken naar de effecten hiervan.

Mensonderzoek - 3 klassieke methodes:

  1. vergelijken van eeneiige (identieke of monozygotische tweelingen, zijn ontstaan uit dezelfde bevruchte eicel en hebben dus hetzelfde DNA) en twee-eiige tweelingen (dizygotische tweelingen, zijn ontstaan uit twee verschillende bevruchte eicellen en hebben dus niet meer basenparen met elkaar gemeen dan andere broers en zussen). Om na te gaan of een bepaalde eigenschap genetisch beinvloed wordt, kan men de overeenkomst vergelijken tussen eeneiige en twee-eiige tweelingen, deze overeenkomst kan uitgedrukt worden als correlatiecoëfficiënt of als concordantiegraad
  2. het bestuderen van adoptiekinderen; Hierbij kan men de genetische invloed bestuderen los van de omgevingsinvloed.
  3. het bestuderen van families met een bepaald kenmerk (evt icm genetisch onderzoek).

Rapporteer Plaats commentaar