Gedragsbeperkingen kunnen op 2 manieren besproken worden:
1. Observerend
2. Interpreterend

De rij van functies die onderscheiden kunnen worden waren volgens aristoteles: waarneming, beoordeling van het waargenome en de opslag in het geheugen.

De algemene en experimentele psychologie was in ontwikkeling en de rij van functies werd uitgebreidt.
Bewustzijn, waarneming, denken, voelen, taal, herinneren, leren en willen.

Het gaat hierbij niet om afzonderlijke, van elkaar geisoleerde gedragsdeterminanten. De ene functie is niet denkbaar zonder de andere. Binnen iedere functies waren ook weer deelfuncties te onderscheiden.
Daarom is er beter te spreken over functiedomeinen.

Rapporteer Plaats commentaar