* Gedrag wordt veroorzaakt door uitwendige prikkels en motiverende factoren (inwendige prikkels). * Motiverende factoren bepalen de bereidheid tot het verrichten van bepaald gedrag. - Honger en dorst kunnen voedingsgedrag veroorzaken. - Hormonen kunnen voortplantingsgedrag veroorzaken. * Sleutelprikkel: prikkel die een doorslaggevende rol speelt bij het veroorzaken van een bepaald gedrag. - Bijvoorbeeld: de rode snavelvlek bij meeuwen is de sleutelprikkel voor het pikgedrag van de jongen. * Supranormale prikkel: (kunstmatige prikkel) die sterker een bepaald gedrag veroorzaakt dan de normale sleutelprikkel. - Bijvoorbeeld: een model met een rode snavel veroorzaakt een sterker pikgedrag bij meeuwenjongen dan de rode snavelvlek van een ouder.