Gedrag bij hoge temperatuur

  • Een materiaal is brandbaar indien het in aanwezigheid van voldoende zuurstof bij een voor dat materiaal geëigende temperatuur uit zichzelf gaat branden. Er ontstaan namelijke bij die temperatuur uit zichzelf ontbrandende gassen.

    Onbrandbare materialen dragen niet bij tot de uitbreiding van brand.

    De brandwerendheid van een materiaal of constructie is de tijd gedurende welke het in stand blijft bij een bepaalde verhitting.

    De brandwerendheid is van groot belang voor de sterkte-eigenschappen bij hoge temperatuur.

    Elke andere begrippen met betrekking tot hoge temperaturen zijn:
    • ontvlambaarheid - het al dan niet zelfstandig doorbranden na aanraking met een warmtebron. Men onderscheidt gemakkelijk en niet-gemakkelijk ontvlambare materialen
    • vlamoverslagintensiteit - hiermee wordt de bijdrage beoordeeld die en materiaal levert tot vlamoverslag ten gevolge van warmte ophoging aan het oppervlak van het brandbare materiaal. Er is dan sprake van uitbreiding van brand via aan de lucht afgedragen brandbare gassen.
    • brandoverslag door straling - de nadruk ligt op veilige afstanden tussen gevelopeningen van gebouwen
    • vlamuitbreiding - de snelheid waarmee vlammen zich over materialen voortplanten
    • bijdrage tot brandvoortplanting - het zich uitbreiden van een brand in de ruimte. Van groot belang dat het materiaal na brand niet direct geheel in brand staat of een overmatige hoeveelheid rook ontwikkelt. De mate van rookontwikkeling wordt aangegeven met het rookgetal R
    • zelfdovendheid - het materiaal kan wel branden, maar onderhoudt de brand niet. Beter is hier te spreken van een vertraging van de brandvoortplanting

    Rapporteer Plaats commentaar