Gedicht van Willem Kloos uit 1994: De menschen dóen, maar weten niet waaróm



  • De mensen dóen, maar weten niet waaróm
    Zij doen, en zitte' in hun eentjes te wegen,
    Hoe zij het meeste van het leven kregen,
    't Leven dat langs hen gaat en ziet niet om, -

    Hopen en haken of er níet wat kom,
    Voelen hun hartjes van blijdschap bewegen,
    Stil in hun lekkere bedjes gelegen.....
    Maar áls 't wat geeft, dan houden zij zich dom:

    Dan kijken ze uit een paar onschuldige oogjes,
    Willen niet, maar willen wel, en zijn zo bleutjes....
    't Leven zegt: ‘zo!..’ en neemt het weer weerom.

    O, geef elkaar zo even maar wat droogjes
    Oogjes en schuintjes en vriendelijke peutjes,
    O, mensjes lief, wat zijn wij allen dom!

    Verzen (LIV) (1894)

    Rapporteer Plaats commentaar