Gedachtegoed van Bentham

  • Gedachtegoed Bentham: straffen moeten net hoog genoeg zijn om de dader te doen afzien van het plegen van een delict, dus om de kosten baten beweging in goede zin uit te laten vallen. Straffen moeten passen bij het delict, niet bij de dader. Rechtszekerheid is een groot goed vgl Bentham: burgers moeten weten welke straffen volgen op welke delicten. Nadruk ligt op zekerheid (en snelheid) van straffen en in mindere mate op de zwaarte van straffen. Doel van straffen is niet het bewerkstelligen van verandering (rehabilitatie) of van algemene preventie (afschrikking van de gemeenschap) maar van specifieke preventie: gericht op de dader.

    Kernpunten:
    1. Zwaarte van straffen wordt pas relevant wanneer er niet of in mindere mate kan worden voldaan aan de andere twee voorwaarden
    2. Zware straffen ondermijnen het gezag
    3. Hoe zwaarder de straf, hoe onwaarschijnlijker dat deze wordt opgelegd, en hoe zwaarder deze moet zijn om een afschrikwekkende werking te hebben. Idee is dat jury bijvoorbeeld medelijden krijgt met iemand die de doodstraf boven het hoofd hangt.

    Rapporteer Plaats commentaar