Gedachtegoed Marx had enorme invloed op politiek, ook op cultuurtheorie. Cultuur bijzonder religie, kunst en literatuur, stond in dienst van economie. Marx schreef tegen achtergrond van toenemende industrialisering, economie motor achter alle sociale en culturele ontwikkelingen. Functie cultuur: economische belangen van rijken te bevorderen, ten koste van de arbeiders. Cultuur deed dit door bepaalde (onrechtvaardige) toestanden als 'natuurlijk' te presenteren en het publiek zover te krijgen dat het met deze toestanden instemde.
Godsdienst: opium van het volk, troost uitgebuite mensenb steeds weer met de gedachte dat ze hun echte beloning in het hiernamaals zullen krijgen.
Neo-marxisten: literatuur is een middel bij uitstek om estaande toestanden in de samenleving te ontwrichten.