Gebruiksovergangsrecht is in het Bro gestandaardiseerd in art. 3.2.2 Bro. Essentie is dat het op peildatum bestaande gebruik, ook al is dit in strijd met regels van nieuwe plan, mag worden voortgezet en gewijzigd, mits aard van afwijking niet wordt vergroot. Mogelijkheden het onder overgangsrecht nog toegelaten gebruik te veranderen zijn beperkt tot veranderingen waardoor afwijking naar aard en omvang ten opzichte van het in nieuwe plan bepaalde wordt verkleind.

 

Omdat de in Bro neergelegde overgangsbepaling omtrent gebruik zoals blijkt uit tweede lid een zogenoemde reducerende overgangsbepaling is, mag niet worden teruggegrepen op oude vormen van gebruik. Bijv. wanneer het bestemming veranderd in kantoren en dienstverlenende bedrijven en op peildatum nog gebruik was als café-restaurant, daarna wordt het gewijzigd naar kamerverhuurbedrijf. Dan mag die verandering omdat afwijking ten opzichte van bestemming daarmee geringer wordt, maar het mag niet weer ingericht worden als cafe-restaurant.