Gebruik van centraal werkende stoffen

  • Door gebruik van deze centraal werkende stoffen verandert stofwisseling van gebruiker op cellulair niveau, zodat er gewenning aan middel optreedt. Voor eenzelfde effect heeft 
    lichaam dan steeds grotere dosis nodig. Krijgt lichaam plotseling stof niet meer toegediend, dan treden er heftige en onaangename verschijnselen op, waarmee lichaam aangeeft dat het deze stof nodig heeft om zonder stoornissen te functioneren. Deze abstinentie/ontwenningsverschijnselen kunnen zeer onaangenaam en zeer indringend zijn. Abstinentieverschijnselen bestaan o.a. Uit braken, diarree, tremoren, spierkrampen, geïrriteerdheid, rusteloosheid, bloeddrukstijgingen, heftige pijnen in spieren en hevig zweten.

    Rapporteer Plaats commentaar