Gebruik tabel in de afbeelding. Van de 20 kandidaten zijn er 10 geselecteerd. Het criterium kan
als volgt geïnterpreteerd worden:
1 = Onvoldoende prestatie
2 = Twijfelachtige prestatie
3 = Voldoende prestatie

a) Als alle kandidaten met een criteriumscore van “3” als geschikt beschouwd worden, wat zou
dan de proportie geschikte kandidaten in de kandidatenpool (BR) geweest zijn? Neem aan
dat rxy = .70.
b) Gegeven de situatie bij a, wat is dan de toename in succesratio? Vergelijk de situatie
waarbij kandidaten geselecteerd worden op basis van hun testscore met de situatie waarbij
kandidaten willekeurig (‘at random’) geselecteerd worden.
c) Wat is de proportie geschikte kandidaten in de groep die is afgewezen?
d) Als alle kandidaten met een criteriumscore van “2” ook als geschikt beschouwd worden,
hoeveel geschikte kandidaten zijn er dan afgewezen?

a) SU is 0.50 (5 van de 10 zijn geschikt, 5:10 = .50)
SR = 0.50 (10 van de 20 zijn geselecteerd).
Met deze informatie en de validiteit (Rxy = .70), valt af te leiden dat de juiste subtabel waar je moet zijn BR 0.30 is.
b) Bij random selectie: SU gelijk is aan de BR (= 0.30); bij rxy = 0.70 is SU 0.50 geworden.
Daarom is het increment 0.20: 20%.
c) Het gaat hier dus om de geschikten onder de afgewezenen. BR = 0.30, er zijn 5 geschikten
aangenomen en dus zit er nog 1 geschikte tussen de afgewezen kandidaten (30% van de 20 = 6 kandidaten). 1 geschikte op 10 afgewezen is proportie geschikte kandidaten in de groep afgewezen kandidaten = 10%.
d) Dan is SR = 0.50 (blijft hetzelfde),
SU = 0.90 (van de aangenomen groep is 9 van de 10 geschikt, dus 0.90).
rxy = 0.70 (blijft hetzelfde).
Dan (aflezen/zoeken uit tabel): verticaal is .7, horizontaal is .5 en de SU moet rond de .9 zijn. Dit heb je bij een BR = 0.70. 70% van de 20 is 14 van de 20 kandidaten. 14 -9 = 5. Er zitten dus nog vijf geschikte kandidaten tussen de afgewezen kandidaten.