Gebruik indicatief
  • realis (feitelijk of mogelijk na si)
Herhaling tijden
  • ik slaap
  • ik sliep
  • ik zal slapen
  • ik sliep/heb geslapen
  • ik had geslapen
  • ik zal geslapen hebben
Tijdsuitdrukking in de bijzin
praesens: gelijktijdig met regerend gezegde
imperfectum: gelijktijdig met regerend gezegde
futurum simplex: toekomstig t.o.v. regerend gezegde
perfectum: voortijdig t.o.v. regerend gezegde
plusquamperfectum: voortijdig t.o.v. regerend gezegde
futurum exactum: voortijdig t.o.v. regerend gezegde 

Rapporteer Plaats commentaar