schenkt geen aandacht aan intensiteit van de voorkeuren (zg kardinale aspect van de voorkeur), maar alleen aan ordinale aspect (rangorde)
paradox van arrow
ad 1: gepassoneerde minderheid kan verdrukt raken, gevolg kan zijn instabilitiet van de gemeenschap (verzet) of migratie
ad 2: door circulaire groepsvoorleuren, wordt besuitvorming on begrijpelijk. Arrow stelt dat er geen besluitvormingsprocedure is die uit consistente individuele voorkeuren steeds een consistente groepsvoorkeur voortbrengt
het collectief krijgt een rationaliteit toegedicht als was het een individu (bijv de staat), een rationalitiet die er niet is
De staat als hulpconstructie:
tegengaan parisitair gedrag: collectieve goederen zijn er voor iedereen, alleen het egocentrische individu zal er niet aan bijdragen, daarvoor is een staat nodig
staat is een insitutie of systeem om besluitvroming mogelijk te maken, maar niet personaliseren (arrow)