Gebiedsuitbreiding in de keizertijd

In de eerste eeuw van de jaartelling werd het Romeinse rijk nog verder uitgebreid. Het bereikte de grootste omgang rond 120 na Chr. tijdens de regering van de keizers Trajanus (98 - 117) en Hadrianus (117 - 138). Daarna is het langzaam afgebrokkeld. Hoe verder de gebieden van het centrum lagen hoe moeilijker het was om de onderworpen volken in toom te houden. Opstanden kwamen herhaaldelijk voor. Terwijl stammen die net buiten het Romeinse rijk woonden periodiek  trachten het '' land van melk en honing'' te beroven. Overal waar de Romeinen kwamen, lieten zij hun beschaving achter. Het is te zien de bouwkunst (amfitheaters, aquaducten, bruggen en wegen).