Gebieden waarop identiteitsverwarring op kan treden

    1. tijdsverwarring (in de adolescentie is er sprake van onvoldoende tijdspersectief)
    2. verlegenheid (pijnlijk zelfbewustzijn. Een verlegen adolescent voelt zich in zijn nieuwe en dus breekbare identiteitservaring snel en vaak te kijk gezet door de beoordeling van leeftijdsgenoten en volwassenen)
    3. rolfixatie (betekent dat geen gebruik wordt gemaakt van nieuwe mogelijkheden om te experimenteren)
    4. werkverlamming (de adolescent is niet in staat om een eigen werkidentiteit te ontwikkelen)
    5. biseksuele verwarring (kan ontstaan omdat jongeren nog moeten uitzoeken hoe zij kunnen en willen voldoen aan de normen voor mannelijkheid of vrouwelijkheid)
    6. autoriteitsverwarring (bij adolescenten uit zich in het (nog) niet functioneren in een hiërarchisch systeem omdat ze hun eigen positie en die van anderen niet accepteren)
    7. verwarring van waarden (jongeren niet in staat om fundamentele waarden uit de samenleving in te passen in zijn levensstijl)

    Rapporteer Plaats commentaar