Gebied(en): Nederland en Vlaanderen Periodisering: tussen 1880 en 1945 1880: Begin moderne literatuur bij opkomst nieuwe generatie (Tachtigers) <> 1945: WO II markeert einde (met vijftigers die met elan naoorlogs begrip leven en literatuur brengen) 1914-1918 vormt breuklijn 1880 > literatuur werd autonoom domein Behandeld worden: Historische culturele context Belangrijkste literaire ontwikkelingen Veranderingen in productie, distributie en receptie literatuur Nieuwe stromingen en literatuuropvattingen Aantal auteurs, genres en literaire teksten
Verandering en vernieuwing is karakteristiek voor moderne literatuur Elkaar in hoog tempo opvolgende groepen (generaties, bewegingen e.d.) zetten zich tegen elkaar af >> eigen literatuuropvatting ingang doen vinden Succes door visie en talent, maar ook door strategisch inzicht in promotie Vernieuwing was prestigefactor dus >>prominente plek in literaire overzichten N.B. Dynamiek van literatuur niet alleen in innovaties en breuken; ook in traditie en continuïteit Verband tussen theorie en praktijk niet vanzelfsprekend Meer aspecten: Véél Aandacht (poëzie en verhalend proza) <> Weinig aandacht (essay en toneel) Nauwelijks aandacht (jeugdliteratuur en populaire literatuur, Literatuur uit overzeese delen)
Overzicht minder volledig en niet geheel genuanceerd maar wel overzichtelijker en duidelijker