Gebaseerd op 'Verdien ik wel genoeg' VK 24-12-14: Chantal werkt al meer dan twintig jaar bij haar huidige werkgever in de financiële sector en is nu districtsdirecteur. Ze helpt vooral zakelijke klanten bij al hun vragen. Bijvoorbeeld over kredietverlening of betalingen. Leuk, maar vooral ook erg verantwoordelijk werk, dat veel tijd opslokt. Door de crisis zijn bovendien allerlei nieuwe kwaliteitseisen ingevoerd, waar de dienstverlening en producten op moesten worden afgestemd. Desondanks hebben klanten minder vertrouwen in hun financiële dienstverlener en worden de  business concepten steeds creatiever wat vraagt om klantgericht denken. Chantal is iedere week zeker 60 uur met haar werk bezig. Dat is terug te merken in haar salaris, dat niet zuinig is. Ruim 10.000 E bruto verdient ze maandelijks, naast vakantiegeld, een leaseauto, telefoon en pensioen.  Bovendien is er een ruim opleidingsbudget voor handen. Chantal is meer dan tevreden. 
De sector waarin Chantal werkt, is sinds de economische crisis volop in beweging. De beloningen in de financiële sector staan onder druk en zijn onderwerp van maatschappelijke discussie. De discussie heeft geleid tot nieuwe wetgeving waarin bonussen worden gemaximeerd en arbeidsvoorwaarden worden versoberd. Aan de andere kant proberen financiële instellingen dit te compenseren met een hoger vast salaris. De markt is dus behoorlijk in beweging en het bepalen van een passend beloningsniveau (qua hoogte, maar ook maatschappelijke uitstraling) complex.
Vraag a: Waaruit bestaat het model van de drie bestaansvoorwaarden? (3)
Vraag b: Welke van de 3 bestaansvoorwaarden worden in bovenstaande tekst het meest behandeld? (3)
Vraag c: Schets volgens het bestaansvoorwaardenmodel in relatie met de omgeving of de organisatie waarvoor Chantal werkt behoort tot een Model A of een Model B organisatie. Toon aan dat je de stof beheerst door beknopt, bondig en to-the-point te antwoorden inclusief gebruik van de terminologie (evt. schematisch). Mocht je geen / weinig informatie treffen geef dat dan ook aan.  75-100 woorden (9)

  • Vraag a:Bestaansrecht, Inrichting, Leefbaarheid
    Vraag b: Leefbaarheid- het gaat voornamelijk over (de invloed van de veranderende omgeving op) beloning en arbeidsvoorwaarden.
    Vraag c: Meer model B dan model A
    Bestaansrecht = marktgericht - nieuwe wetgeving is van invloed geweest op organisatie; heeft gevraagd om aanpassingen in product en dienstverlening
    Inrichting = meer effectief dan efficiënt - organisatie rondom de klant en het (al dan niet creatieve business concept), kwaliteit is onderdeel van de functie anderzijds meer externe kwaliteitscontrole. Deskundigheid gericht op uitvoeren taak. 
    Leefbaarheid =veel 'volgers' aspecten zoals individuele prestatiebeloning met daarbij behorende prestatie-eisen en beloning, maar ook een aantal intrapreneurskenmerken: opleidingsbudget, veel autonomie en eigen verantwoordelijkheid.
    Omgeving = turbulent na crisis met veel wijzigingen en wantrouwige klanten en veel externe belanghebbenden 
     

    Rapporteer Plaats commentaar