Geïnterviewden spreken niet altijd de waarheid. Daar kunnen tal van motieven voor zijn; één van de bekendste is sociaalwenselijkheid. Om het risico op sociaalwenselijke antwoorden zo klein mogelijk te maken, worden bij enquêtes indirecte vragen gesteld. De enquêteur vraagt niet: 'Hoe denkt u over het homohuwelijk?' (directe vraag), maar: 'Sommige mensen zijn voor het homohuwelijk, anderen tegen. Hoe denkt u erover?' (indirecte vraag). Piët noemt dit de projectieve vraag. Een andere mogelijkheid is de geënquêteerde te bevragen over de mening van een anonieme derde persoon.

Rapporteer Plaats commentaar