Geïnactiveerde vaccins - subunits door rDNA technologie - meer details

  • Virus moet niet vermeerderen in celcultuur
    Men moet weten voor welk eiwit de immuunrespons opgewekt wordt + de sequentie van het nucleïnezuur van dit eiwit kennen.
    4 eiwitproductiesystemen voor subunit vaccin (waarin vector wordt ingebracht): cellen van E. coli, gist, insectcellen en zoogdiercellen. 
    • E. coli is het meest gebruiksvriendelijk, maar geeft de minste gelijkenis met het echt viraal eiwit

    Voordelen: zeer veilig, voordeel voor virussen die moeilijk te kweken zijn (bv. hepatitis B of humane papillomavirussen) en goedkooop
    Nadeel: vaak inferieure immunogeniciteit: immuniteit benadert niet altijd deez van het echte virus (door glycosylatie of fosforylatie)

    Rapporteer Plaats commentaar