geïdealiseerde volk= volk waar eigen cultuur nog voortleeft
= romantische mythe van schrijvers/dichters die zich afzet tegen al te veel intellectualisme(= populisme!)
intellectuelen geven leiding aan onmondig volk (geestelijk/moreel)
= functie van de primair culturele definitie van de natie: schrijvers, geleerden, dichters, onderwijzers etc. hebben sleutelpositie in hun statusaft. van de natie (taal!)
taal nationalisme buiten Duitsland: Russische academie (Poesjkin), Tsjechisch (Dobrovsky, Palacky ), >= afscheiden van duitstalige overheersing
Slowaaks: eerst bij Hongarije> slowaaks als taal van het volk, elite park tsjechisch, later standaard taal (4 e congres tatringenootschap)
Hongaars: geen officiële taal in habsburgse rijk
democratisch nationalisten olv Kossuth (1802-1894): magyarisatie van minderheden!> misson civilisatrice< leidt tot Hongaarse revolutie (1848)