G4/Hanzevast

  • Ontbinding. Het recht op vergoeding van het positief contractbelang bij ontbinding wegens wanprestatie vloeit voort uit zowel art. 6:74 als art. 6:277 BW. Rechtsgeldige ontbinding is hiervoor niet vereist. 
    Voor het peilmoment van de schade heeft de schuldeiser de keuze tussen het moment van het intreden van het verzuim (art. 6:74 BW) en het moment van ontbinding (art. 6:277 BW).

    Rapporteer Plaats commentaar
  • Rechtsregel 
    Ook zonder ontbinding kan ogv art. 6:227 jo 6:74 BW het positieve contractsbelang worden vergoed.

    Rapporteer Plaats commentaar
  • niet-gerechtvaardigde ontbindingsverklaring is nietig, ovk dus niet ontbinden en geeft wederpartij in beginsel recht op vergoeding van het positieve contractsbelang 

    Rapporteer Plaats commentaar
  • Het recht op vergoeding van het positief contractbelang bij ontbinding wegens wanprestatie vloeit voort uit zowel art. 6:74 als art. 6:277 BW. Voor het peiloment van de schade heeft de schuldeiser de keuze tussen het moment van het intreden van het verzuim (art. 6:74 BW) en het moment van ontbinding (art. 6:277 BW).

    Rapporteer Plaats commentaar
  • Partijen kunnen zich zodanig tegenover elkaar gedragen dat daarin een beëindigingsovereenkomst besloten ligt.

    Een beroep op het voortbestaan van de ovk afstuiten op de beperkende werking van redelijkheid en billijkheid.

    Rapporteer Plaats commentaar
  • Als er onterecht een buitengerechtelijke ontbindingsverklaring wordt gestuurd, raakt de gene die hem verstuurd in verzuim

    Rapporteer Plaats commentaar