A-G Spier: er is sprake van "saldering van aannemelijkheden"; de mate van kansverhoging door de schending van de specifieke norm en de mate van aannemelijkheid van c.s.q.n.-verband vanwege de vaststaande feiten.

Noot (Van Boom!):
Het arrest geeft aan hoe de rechter het recht "vindt" wanneer het niet in wetten is neergeslagen. De maatschappelijke opvattingen ten tijde van de verweten gedragingen/nalatigheden zijn beslissend voor de vraag of onrechtmatig is gehandeld. In Cijsouw vs. De Schelde waren die opvattingen slechts "mede bepalend". Het is niet helder hoe de rechter maatschappelijke opvattingen over deze materie in retrospectief denkt te kunnen meten. Ketelmakers werden wereldwijd op deze wijze blootgesteld aan asbest. Het is de vraag of we in het verwoorden van de maatschappelijke opvattingen van toen niet met de "hindsight bias" van nu oordelen. 

Een voordeel van dit arrest is dat het voor een asbestslachtoffer met toepassing van de omkeringsregel veel minder moeite kost het causale verband tussen zijn aandoeningen en de normschending aan te tonen.

Rapporteer Plaats commentaar