g. Het niet langer aanwezig zijn van een aanmerkelijk belang.

Indien op enig moment niet langer een aanmerkelijk belang aanwezig is, worden de eventueel resterende aandelen of winstbewijzen geacht te zijn vervreemd. De hieruit voortvloeiende aanmerkelijkbelangclaim wordt op verzoek van de belastingplichtige doorgeschoven (er ontstaat dan een fictief aanmerkelijk belang), waarbij het aanmerkelijkbelangregime van toepassing blijft als de aandeelhouder daarvoor kiest, zogenoemd fictief aanmerkelijk belang.
Een fictieve vervreemding als bedoeld in dit onderdeel kan zich bijvoorbeeld voordoen indien zo veel aandelen worden verkocht, dat het resterende aandelenpakket minder dan 5% van het geplaatste kapitaal uitmaakt. 
Zie voorbeeld boek, blz. 138.

Rapporteer Plaats commentaar