Fosfolipiden vormen een belangrijke component van de celmembraan.
In een fosfolipide dient een fosfaatgroep (PO4 3-) als verbinding tussen een diglyceride (glycerolmolecuul waaraan twee 'vetstaarten' zijn gebonden) en een niet-lipide 'kop'.
De fosolipiden liggetn in twee afzonderlijke lagen, waarbij de hydrofiele kop aan de buitenkant en de hydrofobe staart aan de binnenkant. Om deze reden wordt de plasmamembraan vaak een fosfolipide dubbellaag genoemd. tussen de vetstaarten liggen cholesterolmoleculen en kleine hoeveelheden andere vetten.


hydrofobe staarten zullen zich niet met water of geladen moleculen mengen, dankzij deze kenmerken kan de plasmamembraan als een selectieve fysieke barrière werken.
in vet oplosbare moleculen en stoffen als zuurstof en koofstofdioxide kunnen het vetgedeelte van een plasmamembraan passeren , maar ionen en in water oplosbare verbindingen niet. daardoor isoleert het plasmamembraan het cytoplasma van de omringende extracellulaire vloeistof.