Een makkelijk voorbeeld van een atoom is het element helium (He).
Hij heeft twee van alles. Normaal gesproken bevat elk atoom gelijke aantallen. Het aantal protonen in een atoom = het atoomgetal.

Atoomgetal =  gelijk aan aantal protonen
Atoommassagetal = Gelijk aan aantal protonen + neutronen
Isotopen van een element = Aantal neutronen
Atoomgewicht = Gemiddelde massa van de atomen van een element

Structuur van een atoom
  • Elektronen rondom kern
  • Elektronen georganiseerd in schillen
  • De buitenste schil bepaalt de chemische eigenschappen

Rapporteer Plaats commentaar