cytoplasma (celplasma): bstaat uit water met eiwitten en opgeloste stoffen.
in het cytoplasma kunnen plastiden voorkomen
celmembraan: een dun vlies om het cytoplasma
celkern: regelt alles wat er in de cel gebeurt.
kernmembraan: dun vlies om de kern
in de kern bevinden zich de chromosomen
vacuole(n): blaasje(s) in het cytoplasma, gevuld met vocht.
jonge plantencellen hebben veel kleine vacuolen
oudere plantencellen hebben een grote, centrale vacuole.
plastiden: korrels in het cytoplasma
bladgroenkorrel (groen): hierin vindt fotosynthese plaats
kleurstofkorrels (geel, oranje of rood): geven bloemen en vruchten hun kleur
zetmeelkorrels (kleurloos): hierin is zetmeel opgeslagen
plastiden kunnen van de ene soort overgaan in de andere soort.
celwand: een stevig laagje om de cel heen.
een celwand behoort niet tot de cel, maar is tussencelstof
een celwand bestaat uit dood materiaal
intercellulaire ruimte: holten tussen de celwanden
intercellulaire ruimten zijn gevuld met lucht of water