Criteria van een persoonlijkheidsstoornis volgens de DSM-IV-PZ:

-          A: Duurzaam patroon van innerlijke ervaringen en gedragingen dat afwijkend is van iemands cultuur, en lijden of beperkingen veroorzaakt op minstens 2 van de volgende terreinen:

o   Cognities (interpretaties, opvattingen)

o   Affect (intensiteit, stabiliteit, adequaatheid)

o   Beheersing van impulsen (aangepastheid)

o   Relaties (kwaliteit netwerk, intimiteit, samenwerking)

-          B: Het patroon is star en uit zich op een breed terrein van persoonlijke en sociale situaties.

-          C: Het patroon veroorzaakt in belangrijke mate lijden of beperkingen in het functioneren.

-          D: Het patroon is stabiel en van lange duur en het begin kan worden teruggevoerd naar ten minste de adolescentie of vroege volwassenheid.

Rapporteer Plaats commentaar