Constitutionele praktijk: Compromis Luxemburg: 1961 Franse president De Gaulle probeerde de drie Gemeenschappen ondergeschikt te maken aan een Europese Unie, met een overkoepelende intergouvernementele structuur. In 1966 moest volgens het EEG - Verdrag de besluitvorming op een aantal punten overgaan van unanimiteit naar meerderheid. De Gaulle dwars en eiste dat die meerderheidsbesluitvorming, uitdrukking van supranationaliteit, niet zou doorgaan. 7 maanden boycotten, kreeg hij het voor elkaar dat ingeval een lidstaat dringend nationale belangen inroept, de Raad zou pogen om binnen een redelijke tijd een oplossing te bereiken die door alle kan worden aanvaard. Feitelijk werd daarmee de rechtsregel van meerderheidsbesluitvorming in de Raad voor lange tijd opzij gezet.