Constante kosten/vaste kosten = veranderen niet als de productie toe of afneemt.
Voorbeeld: de afschrijvingskosten van een gebouw of een machine worden bepaald door de hoogte van de aanschaffingsprijs en de gekozen afschrijvingssystematiek, niet door het gebruik dat ervan wordt gemaakt.
Variabele kosten = veranderen als de productie varieert
Voorbeeld: De grondstofkosten van de chipfabriek nemen toe als er meer chips worden gemaakt.
De indeling van de vaste en variabele kosten zijn gebaseerd op het gedrag van de totale kosten.