Cellen, weefsels, organen en stelsels van het lichaam werken samen in een gezamenlijke omgeving. Alle levende cellen stan incontact met bloed of een andere lichaamsvloeistof en elke van verandering van de samenstelling van deze vloeistoffen zal op een of andere wijze op de cellen van invloed zijn. (vb: zoutgehalte van het bloed verandert, kan kleine aanpassingen hebben op het hart maar ook hele grote). fysiologische mechanismen werken samen om potentieel gevaarlijke veranderingen te voorkomen. 

 

Homeostase (homeo, onveranderlijk + stasis, stilstaand) --> een stabiel intern milieu. 

homeostatische regulering --> aanpassingen van de fysiologische systemen waardoor homeostase wordt gehandhaafd.

 

Homeostatische regulering: 

1. receptor die gevoelig is voor bepaalde verandering in de omgeving (ofwel prikkel/stimulus)

2. besturingscentrum/integratiecentrum dat informatie van de receptor ontvangt en verwerkt

3. efector die reageert op de signalen van het besturingscentrum en waarvan de werking de prikkel tegengaat of versterkt. 

Dit word negatieve terugkoppeling genoemd omdat een effector door het besturingscentrum geactiveerd word en een effect heeft dat tegengesteld is aan de oorspronkelijke prikkel. 

Rapporteer Plaats commentaar