Bindweefsels zijn de meest diverse weefsels in het lichaam. Alle bindweefsels hebben drie basale onderdelen:

Gespecialiseerde cellen

Eiwitvezels

Vloeistof (grondsubstantie)

De extracellulaire eiwitvezels en de grondsubstantie vormen samen de matrix die de cellen omgeeft.

 

Functies van bindweefsel zijn ondermeer:
stevigheid en bescherming: De zouten en vezels die door bindweefsel worden geproduceerd vormen een stevig raamwerk voor het lichaam.

Transport van stoffen: Vloeibare bindweefsels transporteren opgeloste stoffen.

Opslag van energie reserves: vetten worden in speciale bindweefselcellen opgeslagen.

Verdediging van het lichaam: Gespecialiseerde bindweefselcellen reageren op binnendringende micro-organisme.

 

Op basis van de fysieke eigenschappen van de matrix worden bindweefsels in drie grote groepen ingedeeld:

Bindweefsel in strikte zin: Bestaat uit veel cel en vezeltypes binnen een matrix die een stroperige grond substantie bevat.

Vloeibare bindweefsels: Hebben duidelijk onderscheiden cellen die rond drijven in een matrix van waterige grondsubstantie. 

Steunweefsel:heeft minder verschillende celtypen dan bindweefsel en bevat matrix die bestaat ui een dichte grondsubstantie en dicht opeengepakte vezels.

 

Cellen van bindweefsel in strikte zin

Bindweefsel in strikte zin bevat:

1.     Fibroblasten: zijn de meest talrijke cellen. Produceren de bindweefselvezels en de grondsubstantie. Fibrocyten zijn de op een na talrijkste en ze differentiëren zich vanuit de fibroblasten.

2.     Macrofagen liggen door de hele matrix verspreid. Deze cellen fagocyteren (omsluiten) beschadigde cellen of ziekteverwekkers.

3.     Vetcellen: (adipeuze) ze zijn blijvende bewoners.

4.     Mastcellen:Zijn kleine bewegelijke bindweefsel cellen worden vaak in de buurt van bloedvaten aangetroffen. Het cytoplasma van de Mastcel bevat blaasjes gevuld met chemische stoffen die worden afgegeven aan het begin van een afweer reactie.

 

Mastcellen, fagocyterende witte bloedcellen en macrofagen kunnen zich door het bindweefsel verplaatsen.

Antistoffen: eiwitten zie binnen gedrongen micro- organisme of vreemde stoffen afbreken.

 

Bindweefselvezels:

1.     Collagene vezel: Zijn lang, recht en onvertakt. Deze sterke, buigzame vezels zijn de meest talrijke vezels in het bindweefsel in strikte zin

2.     Elastische vezels: Bevatten het eiwit elastine. Ze zijn vertakt en gekromd en na uitrekking herkrijgen ze hun oorspronkelijke lengte

3.     Reticulaire vezels: de minst talrijke van de drie, zijn dunner dan collagene en vormen meestal een vertakking, onderling verbonden raamwerk in verschillende organen.

 

Grondsubstantie

De grondsubstantie vult de ruimte tussen de cellen en omgeeft de vezels in het bindweefsel. Grondsubstantie is normaal helder en kleurloos, is stroperig. Hierdoor word de beweging van ziekte verwekkers vertraagd.

Rapporteer Plaats commentaar