bindweefsel
functie: steun, fysieke barriere, aanvoer afweer+voeding, afvoer schadelijke stoffen en micro-organismen, herstel, opslag
histologie
extracellulaire matrix:
druk en trekkrachten weerstaan, rimtelijk netwerk, uitwisseling tussen celle en bloed- en lymfevaten.
bestaat uit: grondsubstantie, vezels, weefselvloeistof.
Grondsubstantie bestaat uit:
-proteoglycanen : zure groepen binden met collageen vezels
-structurele glycoproteinen: interactie cellen, hechten aan andere componenten extracellulaire matrix.
Vezels:
-collagene vezels: stevigheid, eiwit collageen
-elastische vezels: veerkracht (van de vaatwanden), eiwit elastine
Typen bindweefsel:
-losmazig bindweefsel:
vult ruimten tussen spiervezels, ondersteunt epitheel en klierweefsel, omgeeft bloed en lymfevaten.
veel grondsubstantie en weefselvloeistof. collagen en elastische vezels. veel cellen met weinig vezels-->teer, vervormbaar, weinig weerstand.
-straf bindweefsel;
dikke bundels-->weinig veerkracht, veel weerstand.
onderverdeeld in
-ongeordend dicht bindweefsel:
(collagene vezels in alle richtingen-->weerstaan alle richting krachten
-geordend dicht bindweefsel
collagene vezels in hoofdriching-->veel weerstand in die richting.
Bindweefselcellen:
vaste bewoners, en wrije cellen
vaste bewoners:
fibroplasten(produceren gronsubstantie en alle soorten vezels), mestcellen(vorming opslag afgifte mediatoren, ontstekings en overgevoeligheidreacties), pericyten, vetcellen
vrije cellen:
macrofagen (presentatie antigeen, opruimen), plasmacellen(antilichaam maken voor bep. antigeen, beperken schadelijke effecten ontsteking), leukocyten(bestrijden infectie)
Drukken:
hydrostatische druk: hoge vloeistofdruk in arteriele vaten, en lagere druk aan kant van weefsels-->verschil in hydrostatische druk-->vloeistof vaten uit naar interstitiele ruimte.
word lager doordat er steeds minder vloeistof in het vat zit.
colloid osmotische druk:
oncotische druk word hoger aangezien er minder vloeistof in vat zit met meer osmotisch actieve stoffen.
vloeistof dat niet geresorbeerd word door bloedvat wordt afgevoerd door lymfatisch systeem.
oedeem wanneer lymfatisch systeem ontoereikend is of de vaatwand permeabel word voor eiwitten waardoor evenwicht word verstoord en er vocht in de weefsels achterblijft.

Rapporteer Plaats commentaar