Autoregulatie, neurale mechanismen en endocriene mechanismen hebben invloed op de gecoördineerde regulering van het functioneren van het bloedvatenstelsel. Autoregulatie vindt plaats in lokale factoren die het patroon van de doorbloeding in capillairen wijzigen in reactie op chemische veranderingen van de interstitiële vloeistof. Mechanismen in het centrale zenuwstelsel reageren op veranderingen van de arteriële druk en op de concentratie van bloedgassen. Hormonen kunnen leiden tot kortdurende veranderingen (veranderingen van het hartminuutvolume en de perifere weerstand) of tot langdurige veranderingen (veranderingen van het bloedvolume die van invloed zijn op het hartminuutvolume en het gastransport