Aan de crediteur moet betaling plaatsvinden uitzondere van twee situaties:
  1. crediteur is handelingsonbekwaam. In dat geval moet betaald worden aan de wettelijke vertegenwoordiger (art. 6:31 BW)
  2. De crediteur is inningsonbevoegd. In dat geval moet de betaling plaatsvinden aan de curato0r (art. 6:33 BW art. 23 en 52 FW), de bewindvoerder (art. 1:438 BW) of de pandhouder (art. 3:246 lid 1 BW).

Betaald de debiteur toch aan iemand die handelingsonbekwaam of inningsonbevoegd is, dan is hij door de betaling in beginsel niet van zijn verbintenis bevrijd. Degene die betaald moet worden, kan van de debiteur nogmaals betaling vorderen.

Rapporteer Plaats commentaar