9 Wilsgebreken

Het ontbreken van de wil lijdt in beginsel tot nietigheid van de rechtshandeling (art. 3:33-3:35 BW)

Tenzij bij de wederpartij gerechtvaardigd vertrouwen is opgewekt = wilsONTbreken

  1. bedreiging (art. 3:44 lid 2 BW)
  2. bedrog (art. 3:44 lid 3 BW)
  3. misbruik van omstandigheden ( art. 3:44 lid 4 BW)
  4. dwaling (art. 6:228 BW)

Rapporteer Plaats commentaar