9. Statuut voor het Koninkrijk: na WOII nieuwe rechtsorde nodig.  Het Koninkrijk bestaat uit landen die op voet van gelijkwaardigheid samen hun gemeenschappelijke belangen* verzorgen via een Koninkrijksregering en tegelijk hun eigen belangen zelfstandig behartigen via de landsregeringen.
*) hiertoe behoren handhaving onafhankelijkheid, verdediging Koninkrijk, buitenlandse betrekkingen en het Nederlanderschap. Verder waarborgen van fundamentele mensenrechten en -vrijheden, deugdelijk bestuur en rechtszekerheid.  Het Statuut is de hoogste regeling binnen het Koninkrijk. De Nederlandse (Grond)wet moet door de wetgever getoetst worden aan het Statuut.
10. Hoe wetten in formele zin tot stand komen staat in art. 81-88 Gw en in de Reglementen van Orde van de Staten-Generaal. Het recht van initiatief komt toe aan de regering (Kroon) en Tweede Kamer.
11. Volgorde wetgeving: wet en memorie van toelichting komen van het departement. Adviesorganen hebben meegesproken over het voorstel. Steunt de regering de indiening, dan gaat het voorstel naar de RvS wiens oordeel openbaar wordt gemaakt maar niet bindend is. De regering beslist over (al dan niet gewijzigde) indiening. Het wetsvoorstel gaat met koninklijke boodschap naar de Tweede Kamer waar het naar een commissie gaat. De commissie onderzoekt en doet verslag aan de Tweede Kamer. Dit kan voor de minister aanleiding zijn in een nota n.a.v. het verslag zijn standpunt te verduidelijken of zijn voorstel te veranderen (nota van wijziging). Volgt openbare beraadslaging door de gehele Tweede Kamer, in de eerste fase over de algemene strekking en in de tweede fase over afzonderlijke artikelen. De Tweede Kamer heeft het recht van amendement om het voorstel, in de tweede fase, te wijzigen. Eenmaal aangenomen volgt bespreking in de Eerste Kamer, die geen amendement kan indienen maar aannemen of verwerpen. het voorstel is Wet als het door het parlement is aangenomen en door de Koning bekrachtigd. De minister is medeondertekenaar (contraseign) vanuit de onschendbaarheid van de Koning.
12. De nieuwe wet heeft pas verbindende kracht na bekendmaking (-swet) in het Staatsblad. Deugdelijke bekendmaking is grondslag voor het onweerlegbare rechtsvermoeden dat iedere burger de wet kent. Ook koninklijke besluiten: algemeen verbindende voorschriften en algemene maatregelen van bestuur moeten in het  Staatsblad worden gepubliceerd. Ministeriële regelingen en overige door het Rijk vastgestelde a.v.v.  en wettelijk voorgeschreven afkondigingen staan in de Nederlandse Staatscourant. Je herkent een wet aan de citeertitel die het word wet met bevatten, en aan de archaische aanhef die blijk geeft van het advies van de RvS en het meebeslissen dor het staatshoofd en minister en staatssecretaris.

Rapporteer Plaats commentaar