9. Heeft het strafrecht een eigen domein?
10. Betrapping op een strafbaar feit leidt tot een oproep naar de rechter te komen. Maar vaak kan men vrijwillig aan de voorwaarden die de OvJ stelt voldoen. Bij lichte delicten mogen opsporingsambtenaren een transactievoorstel doen. (politietransactie>boete) Bij andere transacties dan de politietransactie kan men vragen de toegebrachte schade te vergoeden. De verdachte hoeft niet op het schikkingsvoorstel in te gaan. Doet hij dat wel, dan is de zaak afgedaan. (wilsovereenstemming tussen OvJ en verdachte) De afdoening wordt achteraf niet door de rechter gecontroleerd.
De wetgever verbiedt afdoening buiten de rechter om voor feiten waarop meer dan zes jaar gevangenisstraf staat. Transactie kan niet leiden tot vrijheidsberoving.
In de VS heeft de verdachte voor de rechter de kans schuld te bekennen, waarmee bewijsvoering overbodig is en de rechter onmiddellijk de straf kan opleggen.
11. Omdat vanaf de jaren zestig vaak door overtreders werd geprobeerd de strafoplegging te vertragen (niet verschijnen) besloot men lichte vergrijpen langs bestuursrechtelijke weg te gaan afdoen. Daarvoor werd de wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften WAHV (de wet-Mulder) gemaakt. Opsporingsambtenaren mogen bij beschikking een boete opleggen als er geen sprake is van letsel aan personen of schade aan goederen. De WAHV noemt de boete 'administratieve sanctie'. De sanctieoplegger is een bestuursorgaan en beroep is mogelijk bij de OvJ, daarna bij de rechter en het hof te Leeuwarden die dan optreden als bestuursrechter. Voor rechtsbescherming moet de beboete burger zelf het initiatief nemen.
12. Punitieve (=bestraffende) sancties worden in het bestuursrecht al veel langer gehanteerd: dit zijn de bestuurlijke boeten. In het fiscale recht doet de belastinginspecteur dat. Ook hier sanctieoplegging zonder tussenkomst van de rechter als de burger neit zlef het initiatief neemt tot inschakeling van de bestuursrechter. Vanwege de grote effectiviteit van eenzijdige sanctieoplegging zonder tussenkomst is deze sinds 2008 ook in het strafrecht mogelijk. In alle gevallen waarin ook een transactie mogelijk is mag de OvJ een strafbeschikking opleggen. Deze is beperkt tot een geldboete, een taakstraf van max. 180 uur en zes maanden ontzegging van de rijbevoegdheid. De verdachte kan hiertegen verzet doen waarop de OvJ de beschikking kan intrekken. Trekt hij niet in, dan wordt de zaak aan de strafrechter voorgelegd die het als een gewone strafzaak behandelt. De wilsovereenstemming over buitengerechtelijke afdoening van strafbare feiten wordt binnen enkele jaren minder consensueel. Er komt dwang, behoudens beroep op de strafrechter op initiatief van de burger.
13. Methoden van handhaving kunnen dus in het Wetboek van Strafrecht zijn neergelegd (transactie en strafbeschikking), maar ook in andere wetgeving. Op als erg ervaren wangedrag wordt meestal een strafrechtelijke sanctie gesteld, dit om de stigmatisering, de afkeurenswaardigheid te benadrukken. Maar in de praktijk is morele afkeurenswaardigheid geen afdoend criterium voor strafbaarstelling. Sommige zeer afkeurenswaardige handelingen zijn niet strafbaar en andere, zonder morele lading wel.
Modderman bedacht de regel dat het straffen het uiterste middel, ultimum remedium, moet zijn en alleen moet worden ingezet als andere soorten handhaving onvoldoende succes bieden. Strafbaarstelling moet geen geneesmiddel zijn erger dan de kwaal. Na Modderman is de sanctiemogelijkheid via het administratieve recht sterk tot ontwikkeling gekomen en leidt dit soms tot diepst-ingrijpende sancties. Nu zouden we strafrechtelijke handhaving daarom  niet langer ultimum remedium willen noemen.

Rapporteer Plaats commentaar