9.8 Vervolgingsbeleid
De uit art. 167 Sv voortvloeiende discretionaire bevoegdheid van het OM t.a.v. de vervolgingsbeslissing mag niet naar willekeur gebruikt worden. Opportuniteit in vervolgen brengt de verplichting met zich om een consistent beleid te voeren. Zonder controleerbare afspraken zou er rechtsonzekerheid en rechtsongelijkheid kunnen ontstaan.

Als er een vervolging is ingesteld die ook daadwerkelijk tot een terechtzitting leidt, moet een officier van justitie in zijn requisitoir tijdens de zitting een strafeis formuleren. In zogenaamde requireerrichtlijnen is voor bepaalde strafbare feiten vastgelegd welke straf een officier ter terechtzitting zal eisen. Ook hier geldt dat mechanische toepassing van richtlijnen onder omstandigheden onredelijk kan zijn. In veel gevallen wijkt een OvJ, nav hetgeen voorvalt op de terechtzitting, af van de richtlijnen.

Rapporteer Plaats commentaar