9.6 Transactie
De officier van justitie heeft niet alleen de vrijheid om te beslissen of hij wel of niet vervolgt. Ook kan hij, als hij besluit van vervolging af te zien, bepalen dat er een voorwaarde zal worden verbonden aan het sepot. De voorwaarde die wordt gesteld, is doorgaans het betalen van een som geld. Het sepot waarbij als voorwaarde de betaling van een geldbedrag wordt gesteld, noemt men ook wel transactie. Er kunnen ook andere voorwaarden dan het betalen van een geldbedrag gesteld worden, zoals vergoeding van de door het strafbare feit veroorzaakte schade of het volgen van een leerproject.

De transactie kent een aantal belangrijke basisvoorwaarden. Een transactie mag om te beginnen slechts worden aangeboden in geval de betreffende persoon wordt verdacht van een overtreding of van een misdrijf waarop naar de wettelijke omschrijving niet meer dan zes jaar gevangenisstraf is gesteld. Verder mag een transactie alleen door de officier aan verdachte worden aangeboden indien het een haalbare zaak betreft. In zaken waarvan de officier weet dat deze nooit op een veroordeling zullen uitlopen, mag hij de verdachte geen transactie voorstellen. Hij moet dan onvoorwaardelijk seponeren. Een technisch sepot mag derhalve nooit samengaan met een transactie. Transacties zijn slechts toegelaten in geval van een beleidssepot.