9.10 Rechterlijke controle op de vervolgingsbeslissing
De OvJ heeft een monopoliepositie tav de vervolging. Hij is de enige die een strafvervolging kan initiëren. Niemand anders dan de officier heeft de bevoegdheid om verdachten voor de strafrechter te brengen of op een andere manier een vervolging tegen een verdachte te beginnen. Men kan dus zeggen dat het OM een machtige positie heeft.

Het is onwenselijk als deze machtspositie tav de vervolging zou bestaan zonder controlemechanismen. Omdat het OM nu eenmaal niet onfeilbaar is in zijn functioneren, moeten er wettelijke voorzieningen zijn om de vervolgingsbeslissingen van het OM op hun juistheid of redelijkheid te kunnen controleren. De wet kent daarom een bezwaarschriftprocedure tegen een dagvaarding (of tegen kennisgeving van verdere vervolging). De verdachte kan weliswaar ten overstaan van de zittingsrechter alle omstandigheden aanvoeren die er mogelijk toe leiden dat hij straffeloos blijft, maar het kwaad is dan deels al geschied. Het terecht moeten staan is voor de meeste verdachten belastend en kan iemands naam schaden, reden waarom de wet een voorziening heeft getroffen die moet voorkomen dat men ten onrechte de nadelige effecten ondervindt van het openbaar terechtstaan.