8. Strafrecht biedt een juridische grondslag om bepaald gedrag te beantwoorden met beoogd leed, de bestraffing. Strafrecht vooronderstelt een boven de burger gesteld gezag, het wordt van hogerhand afgedwongen. Het steunt op de macht van de bestuurlijke overheid (het zwaard) Leed in het privaatrecht is niet beoogd leed. Vb.: ontzetting uit het ouderlijk gezag zal als leed worden ervaren.
Vroeger vormden privaatrecht en strafrecht één geheel. Benadeling van de gemeenschap of van een individu maakte geen wezenlijk verschil. Geleidelijk tekenden zich twee afzonderlijke rechtsgebieden af. Dit kwam door de ontwikkeling van overheidsgezag. Benadeling van de gemeenschap en het daarover gestelde gezag begon een aparte plaats in te nemen. (Romeinen, en later in de Middeleeuwen) Wezenlijk is dat de overheid zelfstandig begon te handhaven, zonder dat actie van een individuele klager werd afgewacht en zonder dat er van aanwijsbaar nadeel sprake hoefde te zijn. De lijfstraf kwam in zwang toen genoegdoening door afstand van geld of goed niet meer voldeed. 
Ius privatum <> ius publicum. Bij de Romeinen bestanden geen aparte termen voor privaatrecht en strafrecht. Veel van wat wij onder het strafrecht brengen, brachten de Romeinen onder het privaatrecht. De overheid zag de bestrijding van diefstal niet tot haar taak. De benadeelden mochten dit zelf oplossen. 

Rapporteer Plaats commentaar