8.3.4 Ophouden voor onderzoek
Het primaire doel van aanhouding is de verdachte over te brengen naar een plaats waar hij kan worden verhoord. Daarnaast kan het noodzakelijk zijn de verdachte de onderwerpen aan maatregelen a.d.h.v. waarvan hij kan worden geïdentificeerd (61a Sv). Een apart dwangmiddel is dan het ophouden voor onderzoek (61 Sv). Volgens 61 lid 1 Sv bedraagt deze termijn zes uren. Daarbij telt de tijd tussen twaalf uur 's nachts en negen uur 's morgens niet mee (lid 4 ). In die tijd wordt het verhoor geacht te worden onderbroken. Wanneer deze tijd niet toereikend blijkt te zijn om de verdachte te identificeren, mag de ophouding verlengd worden met nogmaals zes uren (lid 2). Dat is echter alleen toegestaan wanneer het gaat om verdenking van een feit waarvoor voorlopige hechtenis niet is toegelaten.

De verdachte zal worden gehoord door de politie. Daarnaast kan hij worden onderworpen aan 'maatregelen in het belang van het onderzoek', maar alleen wanneer hij wordt verdacht van een misdrijf als bedoeld in art. 67 lid 1 Sv (art. 61a lid 2 Sv). Die maatregelen kunnen zijn gericht op de vaststelling van zijn identiteit. Daartoe kunnen bijv. foto's en video-opnamen worden gemaakt en afdrukken. Voorbeelden van andere maatregelen in het belang van het onderzoek zijn het moeten dragen van bepaalde kleding bij een confrontatie met getuigen en het ondergaan van een onderzoek naar schotresten op het lichaam.

Rapporteer Plaats commentaar