8.3.10 Doorzoeking van plaatsen
Doorzoeking van plaatsen zal altijd als steunbevoegdheid worden toepast. Bij een doorzoeking mag verder worden gegaan dan het enkele rondkijken. Ook bij doorzoeking van plaatsen bepaalt het uiteindelijke doel ervan welk wetsartikel van toepassing is:
  • doorzoeking ter aanhouding (55a Sv). Opsporingsambtenaren zijn bevoegd een plaats te doorzoeken om een verdachte aan te houden, maar alleen wanneer er sprake is van een geval van ontdekking op heterdaad of van verdenking van een misdrijf als genoemd in 67 lid 1 Sv. Bovendien moet de officier de opsporingsambtenaar machtigen tot zo'n doorzoeking. Alleen wanneer sprake is van een dringende noodzakelijkheid kan zo'n machtiging achterwege blijven. Wel moet de officier onmiddellijk op de hoogte worden gesteld van de doorzoeking.
  • doorzoeking ter inbeslagneming (96b, 96c en 97 Sv). Gewone opsporingsambtenaren zijn over het algemeen niet bevoegd om ter inbeslagneming plaatsen te doorzoeken. Een uitzondering is de doorzoeking van een vervoermiddel (96b Sv).

Rapporteer Plaats commentaar