8.2.2 Opsporing en controle
Veel bijzondere wetten geven de mogelijkheid om controles uit te voeren. Voor dit doel worden bijzondere bevoegdheden toegekend, die controlebevoegdheden worden genoemd. Controle betekent: toezicht op de naleving van een wet. In geval van controle wordt, zonder dat er aanwijzingen zijn dat een bepaalde persoon betrokken is bij een strafbaar feit, onderzoek gedaan. Controle is geen gericht onderzoek naar een bepaalde persoon. De gecontroleerde persoon is dan ook geen verdachte in de zin van 27 Sv. Tijdens de controle kan wel een verdenking ontstaan.

Controle en opsporing gaan hand in hand. Daarbij zijn twee soorten situaties te onderscheiden:
  1. Er wordt een feit geconstateerd dat strafbaar is gesteld in de wet o.g.v. waarvan werd gecontroleerd.
  2. Een feit wordt geconstateerd dat in een andere wet strafbaar is gesteld.


Hoewel opsporing en controle prima op elkaar kunnen aansluiten, mogen controlebevoegdheden niet worden misbruikt om de opsporing te vereenvoudigen. Wanneer controlebevoegdheden worden gebruikt voor een ander doel dan waarvoor ze toegekend zijn, is er sprake van détournement de pouvoir (misbruik van bevoegdheid).

Rapporteer Plaats commentaar