61. Bekendst is het kort geding. Dit wordt gevoerd voor de voorzieningenrechter (president) van de rechtbank. Kort geding beoogt niet het geschil te beslechten maar een voorlopige maatregel te nemen. De beslissing van de voorzieningenrechter heet voorlopige voorziening. Men kan verder procederen in een bodemprocedure. Vaak leggen partijen zich neer bij de uitspraak in de spoedprocedure. De kort geding procedure geeft de rechter meer vrijheid. Hij mag de waarheid achterhalen, en partijen zijn veel directer persoonlijk betrokken.  Voor de eiser in kort geding is procesvertegenwoordiging verplicht, voor de gedaagde niet. Bij onvoldoende spoedeisend belang kan de rechter de zaak doorverwijzen naar de gewone rechter.
Bij spoed in het bestuursrecht kan de rechtbank bepaalde termijnen verkorten. Verder kan van de voorzieningenrechter  een voorlopige voorziening worden gevraagd. Dan moet er wel bezwaar of beroep zijn aangetekend. Door kortsluiting kan de voorzieningenrechter ook de uitspraak in de hoofdzaak doen.
In het strafprocesrecht kan iemand dezelfde dag voor de politierechter terecht staan.

Rapporteer Plaats commentaar