De naburige rechten behoren – net al het auteursrecht- tot
het terrein van de intellectuele eigendom. Naburige rechten zijn naar inhoud en
omvang vrijwel gelijk aan auteursrechten, maar zijn voor een andere categorie
rechthebbenden bedoeld. Het auteursrecht ziet uitsluitend op de rechten van de
auteur, bijv. De componist en/of tekstdichter van een muzikale compositie (een
liedje), terwijl het naburig recht betrekking heeft op de prestatie van degene
die het ‘werk’ uitvoert en/of degenen die verantwoordelijk is voor de
vervaardiging van opnamen van de uitvoering. Vandaar de term ‘naburige
rechten’, wil verduidelijk dat het om recht gaan die verwant zijn aan het
auteursrecht. Sinds 1 juli 1993 zijn deze rechten ook in Nederland in een wet
verankerd: de Wet op de naburige rechten (hierna: WNR). Dankzij de WNR worden
onder meer de rechten van uitvoerende kunstenaars en platenproducenten
beschermd. Maar ook filmproducenten en omroepen kunne rechten aan WNR ontlenen.
De rechten van de uitvoerende kunstenaars en producenten hebben betrekking op
het opnemen van uitvoeringen van uitvoerende kunstenaars (zangers, maar bijv.
Ook acteurs, actrices, musici enz.) het maken van kopieën van die opnamen, het
op de markt brengen ervan het uitzenden of openbaar maken van die opnamen.
Uitgangspunt van de WNR is, net als bij de Auteurswet, dat de rechthebbenden
het uitsluitend recht toekomt die hiervoor genoemde handelingen te verbieden
dan wel toe te staan onder bepaalde voorwaarden. Hierop zijn echter een aantal
uitzonderingen, waarbij het verbodsrecht is vervangen door een
vergoedingsrecht. Dit laatste is bijv. Het thuis kopiëren en uitlenen. De
betreffende rechten komen vorm vrij tot stand. Depot of registratie is voor het
ontstaan van deze rechten dus niet vereist. Dit van de rechtenorganisatie in
aan werking te komen, rechthebbende zich wel bij deze organisaties dienen aan
te melden.